Minderbroedersklooster of Grauwbroederklooster in Amsterdam

De tot de Observanten behorende Minderbroeders, de fanatieke aftakkingen der Franciscaner Eerste Orde, waren zelfs bij het katholieke stadsbestuur van halverwege de 15e eeuw 'verdacht'. De stichting van een klooster in Amsterdam werd geblokkeerd. De orde werd echter beschermd door de Bourgondische hertogen. Filips de Goede stuurde de stad Amsterdam een bevel de kloosterstichting niet langer in de weg te staan. Van onder af werd ook grof geschut ingebracht. De befaamde prediker en redenaar Johannes Brugman kwam naar Amsterdam om de bevolking warm te maken voor de minderbroeders. In 1463 was de stichting een feit en dankzij de steun van steenrijke poorters kon het klooster tot het grootste mannenconvent van de stad uitgroeien.

Minderbroedersklooster in Amsterdam 1544

Minderbroedersklooster in 1544 te Amsterdam. Het Minderbroedersklooster van de Eerste Orde der Franciscanen nam een relatief groot oppervlak in beslag. Het besloeg op zijn hoogtepunt de vierhoek Kloveniersburgwal, Molensteeg, O.Z.Achterburgwal en Barndesteeg.


In de loop van de 16e eeuw werden de Observanten in het hele noordwesten van Europa de motor achter de Inquisitie en ook in Amsterdam hebben zij heel wat levens op hun geweten. Op 25 september 1566 sloeg de vlam in de pan. De beeldenstorm trof als een der eersten het Minderbroederklooster. Het interieur werd geplunderd en vernield en het kloosterterrein bezet. Als ultieme verzetsdaad gingen gereformeerden er hun religie uitoefenen, iets dat tot dat moment in de vrije lucht had plaatsgevonden.

In 1567 kwam Alva naar Amsterdam, nam zijn intrek in dit klooster van waaruit hij zijn beruchte Raad van Beroerten instelde. Van 1567 tot 1578 speelden de Minderbroeders een grote rol bij de kettervervolging. Zo werden zij de eersten die, samen met het stadsbestuur, bij de Alteratie hardhandig de stad werden uitgewerkt. Om binnen de kortste keren weer terug te keren en in het geheim een schuilkerk aan de Huydenvettersloot (van 1626-1668) te stichten. Dat neemt niet weg dat in 1578 het kloosters nog eens geplunderd werd.

Minderbroedersklooster 1578 te Amsterdam

Minderbroedersklooster 1578 te Amsterdam


De Minderbroeders hadden wel elke vorm van schadeloosstelling of alimentatie verspeeld. Het klooster werd voor de demping direct onteigend en Joost Jansz Bilhamer kreeg reeds in 1578 de opdracht het terrein op te meten zodat tot herindeling overgegaan kon worden. Op het terrein kwamen een aantal straten. Een deel der kruisgangen werd tot Monniken- en Monnikendwarsstraat (nu afgesloten) en de Huydenvettersloot werd gedempt. Op de vogelvluchtkaart van Pieter Bast van 1597 is het terrein volledig bebouwd; de kloosterkerk is in 1588 afgebroken en in het hoofdgebouw, dat nog lang bleef staan werden woningen ingericht.

Begin 17e eeuw werd de zuidelijke kruisgang afgebroken voor de aanleg van waterkelders en beerputten, 2e helft 17e eeuw werd een pakhuis (dat van Du Gardyn) afgebroken en door huisjes aan de Gordijnsteeg vervangen. In deze steeg is een laatste rest kloostermuur gespaard gebleven. Een brand in 1667 heeft de overige resten van het klooster opgeruimd.

In 1920 bouwde het GEB een onderstation op het blok van het vroegere hoofdgebouw. Toen dat in 2002 gesloopt werd kon eindelijk weer eens archeologisch onderzoek gedaan worden naar een stukje middeleeuws Amsterdam.