Singel, Grachtengordel van Amsterdam ontstaan in de Gouden Eeuw.


Het Singel werd rond 1428 gegraven van het IJ tot de Boerenwetering. Rond 1450 volgde het resterende deel tot de Amstel. Tot de stadsvergroting van ongeveer 1585 vormde het Singel de westelijke stadsgrens. Vanaf 1481 werd de aarden wal vervangen door een stadsmuur. In die tijd werd het Singel ook wel Stedegracht genoemd. Deze Stedegracht bestaat tegenwoordig nog uit het huidige Singel, de Geldersekade en de Kloveniersburgwal. In de 17e eeuw noemde men het Singel tijdelijk Koningsgracht als eerbewijs aan Koning Hendrik IV van Frankrijk; destijds een belangrijk bondgenoot van de Republiek. Het Koningsplein herinnert hier nog aan.

Het deel van het Singel vanaf de Ronde Lutherse Kerk tot aan de Lijnbaanssteeg waar de schepen op Londen, de 'Londenvaarders', hun ligplaats hadden, werd ook wel Londense Kaai en Engelse Kaai genoemd. Een deel van de Geldersekade heette ook Londense of Engelse Kaai. Tussen de Lijnbaanssteeg en de Torensluis noemde men het Singel de Rouaansche Kaai, vanwege de vaart op Het Kanaal. De Torensluis uit 1648 is de oudste bewaard gebleven en de breedste brug van de gehele stad. Deze Brug 9 - ter hoogte van de Oude Leliestraat - is zo breed omdat hier de in 1829 gesloopte Jan Roodenpoortstoren stond. De kerkers van de toren maken nog deel uit van het bruggenhoofd. In de keitjes op de brug zijn sinds 2003 de contouren van de vroegere toren herkenbaar gemaakt. Hier staan, naast het beeld van Multatuli (Hans Bayens 1987), vaak terrasjes.

Het Muntplein vormt de afsluiting van het Singel en is in feite een brede brug over de gracht. Deze Brug 1 is de breedste brug van de binnenstad. De bekende bloemenmarkt aan het Singel ligt tussen Koningsplein en het Muntplein. De bloemenstallen staan hier op in het water drijvende dekschuiten.